De juffrouw vraagt aan de klas : Wie kan me 6 dieren uit Afrika noemen?. Jantje steekt zijn vinger op en zegt ik juf. 2 leeuwen en 4 apen.
Jantje laat een scheet in de klas. De meester stuurt hem de klas uit. Op de gang brult Jantje het uit van het lachen. De directeur ziet Jantje staan en vraagt hem: "Waarom sta jij op de gang?" Jantje: "Ik heb een scheet gelaten". De directeur: "Ja logisch dat je op de gang moet staan. Maar waarom lach je zo als je straf hebt gekregen". "Nou", zegt Jantje,"Ze sturen mij weg, maar blijven zelf in de stank zitten."
De juf staat voor haar klasje en vraagt aan Jantje: "Er zitten 6 vogels op een hek, je schiet er 2 dood, hoeveel vogels blijven er dan nog over?". Jantje antwoordt: "Geen enkele, juffrouw, want de andere vogels schrikken van het schieten en vliegen weg"!
Er is een nieuwe leraar in een klas. Hij wil zien of de kinderen in zichzelf geloven. Daarom gaat hij in de klas staan en zegt: "Wie dom is gaat staan." Na enkele minuten.... Piet staat op en de leraar vraagt: "Denk je echt dat je dom bent?" Waarop Piet antwoordt: " Nee, maar ik vond het zo zielig dat u de enige was die staat!"
Zegt de juffrouw tegen Jantje: "hoe zeg je ik loop, jij loopt enz. " Jantje : "ik loop, jij loopt, hij loopt... Juffrouw: "Kan dat niet wat vlugger" - Jantje : :"ik hol, jij holt, hij holt"....
Meester: "Jantje, kun jij een dier noemen dat geen pootjes heeft?" Jantje: "Een worm." Meester: "Oké, weet je er nog eentje?" Jantje: "Ja hoor, meester, nog een worm."
De meester geeft les over het menselijk lichaam. Hij vertelt: "De neus ruikt en de voeten lopen." Zegt Jantje: "Bij mijn opa is het net andersom: zijn neus loopt en zijn voeten ruiken!"
De meester wil dat de kinderen een opstel schrijven over een familie-bezoekje. Thijs is zo snel klaar, dat de meester het niet helemaal vertrouwt. Hij roept Thijs naar voren en vraagt hem zijn opstel voor te lezen. Thijs vertelt: "We gingen naar oom Paul en tante Jo, maar jammer genoeg waren ze niet huis. Einde."
Meester: Als de directeur komt doe jij de deur open, Jantje. Jantje:wie is de directeur? Meester: dat is de man die alles kan!! Jantje: waarom kan hij dan zelf de deur niet opendoen?
Leraar:Bertje, noem eens twee dingen die in 1900 niet bestonden. Bertje: Klaas en ik.
Meester:alles met ON ervoor is slecht. Jantje, weet jij nog zo'n woord? Jantje:Ja, meneer. ONDERWIJZER!
Margo komt van school en huilt van het lachen. Haar vader:Vanwaar die pret? Margo:Ik moet vijfhonderd keer IK BEN EEN EZEL SCHRIJVEN. Vader:Wat is daar zo grappig aan? Margo: Jij moet het ondertekenen!
Tim zat in de klas, toen de meester kwam en zei: Tim, je stinkt een uur in de wind! Tim: Maar meneer, ik zit hier pas een half uur!
Arjan en meneer Spierts hebben ruzie. Arjan: meneer Spierts laten we erom vechten? Neemt u al uw vrienden mee,kom ik ook alleen!
Onderwijzeres: Miesje, vandaag gaan we zinnen maken met persoonlijke voornaamwoorden, ik, jij, hij, wij, jullie, zij. Bijvoorbeeld; je vader zegt: Ik ga uit. Wat zegt je moeder dan? Miesje: JIJ BLIJFT THUIS!
Leraar: Kinderen, als ik een man een aap zou zien bijten, en ik stopte de man. Welke verdienste heb ik dan getoond? Leerling: broederliefde!
Hoe breed is de Seine bij Londen? vroeg de leraar aardrijkskunde aan de jongen die hij erin wilde laten tuinen. Zo breed als de Theems bij Parijs, was het gevatte antwoord.
Meester: Luc, dat opstel over jullie hond, heb je zeker niet alleen gemaakt, he? Luc: Klopt, meester. Meester: Wie was er dan bij? Luc: De hond meester!
Glimlachend tikt de leraar geschiedenis op zijn lessenaar en spreekt de totaal ongeïnteresseerde klas toe:"wanneer de jongelui op de achterste banken net zo stil zouden zijn als de jongelui op de middelste banken, die stripboeken zitten te lezen, zouden de jongelui hier vooraan tenminste ongestoord verder kunnen slapen!".
Drie leerlingen moeten bij de directeur komen omdat ze stout zijn geweest. De directeur ondervraagt hen stuk voor stuk: "Lucas, wat heb jij gedaan?" "Ik heb graffiti op de muur van de klas gespoten". "Dan ga jij die rotzooi meteen van de muur afhalen en kom je zaterdagmiddag na". "En jij, Theo, wat heb jij gedaan?" "Ik heb drie punaises op de stoel van de meester gelegd". "Dan ga jij ogenblikkelijk je excuses aanbieden en kom je twee zaterdagmiddagen na". "En jij, Kevin, wat heb jij gedaan?" "Ik heb karton uit het raam gegooid meneer." "Nou, vergeleken bij je kameraden valt het mee. Je krijgt geen straf. Nu weg jullie, uit mijn ogen!"
De drie jongens lopen het kantoor uit als er een vierde jongen binnenkomt. Hij zit helemaal in het verband. "Maar wat is er met jou gebeurd? Hoe heet je?" "Karton, meneer. Joop Karton".
Als de wereld een appel was, dan is de school een rotte plek.
"Meester mag ik even naar de wc? Ik wil even naar mijn eigen gezeik luisteren!"
Leraren helpen je met problemen die zonder hen er niet eens zijn.
Leraren zijn net klokken, opgewonden en doorgedraaid.
Al is de leraar nog zo snel, de baksteen achterhaalt hem wel!
Raar - raarder - leraar.
God schiep de dieren, God schiep het land, God schiep de leraren. Ach, iedereen maakt wel eens een foutje
"Hallo, ik wil even melden dat mijn zoon erg ziek is. Hij zal helaas niet op school kunnen komen vandaag." "Met wie spreek ik eigenlijk?" "Euh.... met mijn vader!"
Jantje krijgt zijn rapport, er staan alleen maar enen op! Als hij naar huis loopt valt zijn rapport in de vijver. Als hij thuis is vraagt zijn vader: "Jantje waar is je rapport?" Waarop jantje antwoord: "Alle eentjes zwemmen in het water!"
Een kind komt terug van zijn eerste dag op school. Zijn moeder vraagt: "Wat heb je allemaal geleerd?" Waarop het kind antwoord: "Niet genoeg, want ik moet er morgen weer naartoe!"